What goes up must go down
Moet een carrière altijd in stijgende lijn gaan? Wat als je een stap moet terugzetten? Is dat dan een mislukking of is er ook een positieve kant aan het verhaal?
“Je wordt nooit meer wat je was”, dit wordt vaak gezegd over de carrièrewendingen van topsporters, die aan den lijve ondervinden hoe moeilijk het valt om na de roem in de schaduw te gaan staan. Die carrièrewending wordt in bedrijven demotie genoemd, een stapje terug zetten op de hiërarchische ladder. Heel wat van de miserie rond demotie zouden we kunnen oplossen door een mentaliteits”wending”. Hoe meer we blijven denken dat carrières per definitie lineair stijgend zijn en hoe meer we “dalen” blijven associëren met mislukken, hoe ongelukkiger we zullen blijven.
Nochtans is er een grote nood aan die mentaliteitswijziging want met het licht op de vergrijzing en het idee dat we allemaal langer zullen moeten werken, zullen demoties automatisch ingebakken worden in jouw en mijn carrière. Immers, je kan niet blijven stijgen.
Laat ons even over de oceaan kijken. In de VS is een leven dat bestaat uit een aaneenschakeling van succes verdacht. Een werknemer moet vroeg of laat eens op zijn bek gaan, daar word je sterk van. Dan komen de anderen ook vragen: wat heb je er uit geleerd? Met andere woorden: mislukking geeft je aanzien. Wanneer je in Europa op je bek gaat, heb je afgedaan, je hebt gefaald, je bent mislukt, je kan het niet. Dàt is de grootste frustratie van elke gedemoveerde. En dat is ook de reden waarom demotie nog steeds een taboe is. Gedemoveerden voelen zich beschaamd, ze willen er niet over praten omdat ze anders door hun omgeving gestigmatiseerd worden. En die omgeving weet zich geen houding te geven. Want wat doe je in godsnaam met een mislukkeling?
Voel je ook het geweldige waardenoordeel? “Je wordt nooit meer wat je was”... en dan? Is wat je vandaag bent, minder dan wat je gisteren was? Wat is dat eigenlijk succes hebben? Wat is dat mislukken? Wat is stijgen of dalen? Is een stap naar boven beter dan naar beneden? Het is maar hoe je het bekijkt.
Over wortels en nootjes
Wist je trouwens dat die lineariteit van carrières al jaren achterhaald is? Of anders gezegd: dat je carrière per definitie in stijgende lijn gaat, met jaar na jaar promotie en daarbij horende loonsverhoging. En toch zijn de bestaande verloningssystemen daarop gestoeld. Als we dat willen doorbreken, zal iemand – één generatie – de factuur mogen betalen. Laat dat nu net ook de generatie zijn, die nu al opdraait voor de generatie die te vroeg met pensioen gaat.
Want, het is redelijk pervers. In een lineair georiënteerde samenleving worden jongeren op de arbeidsmarkt verwelkomd met een grote wortel voor hun neus: als je start, krijg je een relatief laag loon in ruil voor loyaliteit en hard werken, met de belofte dat je naarmate je ouder wordt, op basis van je anciënniteit dus, evolueert naar een relatief hoger loon. Jongeren zijn bereid hun carrière met een laag loon te beginnen omdat ze weten dat ze later, als ze ouder zijn, een hoger loon krijgen. Prima geregeld.
Maar met de pensioen- en besparingsplannen die vandaag op tafel liggen, wil men graag sleutelen aan dat idee waarbij anciënniteit en loon automatisch gekoppeld zijn. Er gelden plots andere regels. Want als we ouderen gaan vragen langer te werken, zeggen werkgevers: die ouderen produceren niet meer zoals jongeren dat doen, ze zijn te duur voor wat ze opbrengen.
Sommige oudere werknemers geven dan weer aan dat ze het hoge tempo niet meer aan kunnen. Demoveren dan maar: op een lager hiërarchisch niveau gaan werken binnen de organisatie.
Allemaal goed en wel, maar een lagere positie is voor de werkgever maar interessant als daar ook een lager loon aan gekoppeld wordt, onder het motto: loon naar werken. En daar wringt het schoentje. Want deze werknemers zijn opgegroeid met die wortel, weet je nog?
Er gaat dus een generatie de klos zijn. Ze zijn opgegroeid met de wortel, maar krijgen peanuts. Wie is er kandidaat? Iemand?
Tanja Verheyen - Expert Academy