Wat maakt een spreker briljant?
De presentatiegeheimen van Simon Sinek Simon Sinek kunnen we zien als één van de meest succesvolle en invloedrijke sprekers van dit moment. Als de naam niet meteen een belletje doet rinkelen, Google hem dan even en bekijk zijn filmpje over millennials. Dat heb je vast ergens op sociale media zien passeren in de afgelopen jaren.
Voor mij is hij bovenal de man van de bestseller "Start with why". Een werk waaraan ik zelf steevast refereer als ik opleiding geef rond spreken voor publiek. Wat motiveert je publiek om mee op de kar te springen, om mee te zijn met jouw verhaal, om jou te “volgen”?
Enkele weken geleden had ik het geluk Sinek aan het werk te zien in Amsterdam, waar hij kwam spreken over leadership. En toen stelde ik me de vraag: hoe komt het dat deze man er torenhoog bovenuit steekt, ook al waren de andere sprekers op het event zeker niet van de minste?
Laten we even naar een aantal opvallende elementen kijken.
Structuur
Zoals bij vele goeie sprekers, lijkt het alsof Sinek één en ander ter plekke uit zijn mouw schudt. Niets is uiteraard minder waar. Die vlotheid is de vrucht van een zeer grondige voorbereiding, een ijzersterke structuur, en lang en intensief repeteren.
Een krachtige intro
Geen enkele TED-talk begint met een zinnetje als: Goeiedag, mijn naam is Jan Jansen en ik kom u vandaag iets meer vertellen over onderwerp X. Voor een spreker als Sinek is dat een basisgegeven. Het eerste wat we van hem horen is: “Januari 1968. Het Noord-Vietnamese leger lanceert een verrassingsaanval tegen de Amerikaanse troepen in het land.” Hij begint meteen met een verhaal, zonder dit aan te kondigen. Een retorische techniek die we met een moeilijke term in medias res noemen, met de deur in huis, zeg maar.
Als je weet dat de aandacht van je publiek het hoogst is bij het begin van je presentatie, kom je dus maar beter op de proppen met een intro die de aandacht meteen grijpt en dus ook langer vasthoudt dan een cliché opening zoals “Goeiedag, mijn naam is…”.
Zeg meteen waar het over gaat
Het verhaal over de nederlaag van de Verenigde Staten in Vietnam brengt Sinek meteen tot de essentie van zijn verhaal. Hij plaatst leiders in de positie van spelers in een eindig en een oneindig spel. Een directe verwijzing naar zijn nieuwste boek, The infinite game. Al van bij het begin haalt Sinek de kernboodschap naar boven: in een eindig spel spelen de spelers om te winnen, in een oneindig spel spelen de spelers om te kunnen blijven spelen. Deze hoofdgedachte en hoe ze vaak voor conflicten zorgt tussen spelers met een eindige en spelers met een oneindige mindset, zal hij gedurende de volgende veertig minuten uit de doeken doen.
WHAT – HOW – WHY
Om één en ander toe te lichten, heeft Sinek het over 5 elementen die je nodig hebt om een goeie leider te zijn in een oneindig spel: een goede zaak of nobel doel, een team dat elkaar vertrouwt, waardige tegenstanders, existentiële flexibiliteit en de moed om leiding te nemen. Vervolgens licht hij elk van deze elementen toe volgens het principe WHAT, HOW, en hoe kan het ook anders, WHY.
Nemen we het voorbeeld van zijn eerste punt, de goede zaak, dan kunnen we één en ander samenvatten als volgt. Een goede zaak gaat over idealisme. We willen dat het doel waarvoor we ons inzetten (lees: het product dat we verkopen, de dienst die we aanbieden) goed en gerechtvaardigd is (=WHAT). Het moet zo nobel zijn dat we er alles voor over hebben. We willen er graag tijd en moeite voor opofferen. Lange werkdagen, onverwachte interventies, tijd die we niet met ons gezin of onze naasten doorbrengen (=HOW). Waarom doen we dit? Om betekenis te geven aan ons werk en aan ons leven (=WHY).
Onderaan dit artikel vind je de link naar de volledige keynote speech van Simon Sinek. Maak gerust de oefening voor elk van de vier andere onderdelen. Je zal zien dat je telkens makkelijk de what, de how en de why kunt terugvinden.
Vertel een verhaal
Door zijn hele uiteenzetting heen vertelt Sinek ons verhalen. Anekdotes uit zijn persoonlijke leven of concrete situaties die zijn punt illustreren. Zo heeft hij het in het onderdeel over teams die elkaar vertrouwen over zijn zakenreis naar Las Vegas. In het beroemde hotel Four Seasons raakt hij aan de praat met de jonge barman, Noah, die antwoordt op Sineks vraag of hij zijn job graag doet met een enthousiast “I love my job!”. Het blijkt dat dagelijks verschillende managers van het hotel op verspreide tijdstippen even bij hem langslopen om te checken of alles oké is en of ze iets voor hem kunnen doen. Noah blijkt ook nog in een ander hotel te werken, waar de managers vooral langskomen om te kijken of hij niets verkeerd doet.
Verhalen, anekdotes en persoonlijke ervaringen delen is een goed idee, als je je punt tastbaar wil maken en behapbaar voor een breed publiek. Speel daarbij in op de zintuigen. Wat kon je zien? Horen? Voelen? Ruiken? Geef gesprekken weer in de directe rede, met andere woorden, als in een dialoogvorm. Bij welke van deze twee weergaven kan jij je het best een voorstelling maken van de conversatie:
Optie1: Toen vroeg ik aan Noah of hij zijn job graag deed en hij antwoordde dat hij gek was op zijn job.
OF optie2:
Ik keek hem aan en vroeg: “Doe je je job graag?” En zonder enige aarzeling en met een brede glimlach antwoordde Noah luid: “Ik ben gek op mijn job!”
Voeg hierbij een mooie intonatie, pauzes op de juiste plek en de nadruk op woorden als “zonder enige aarzeling”, “brede” en “gek”, en dan kies je wellicht voor optie 2.
Hoe levendiger we het verhaal kunnen brengen, hoe eenvoudiger het is voor ons publiek om er een visuele voorstelling bij te maken.
Verwijzingen naar zintuigen hebben het grote voordeel dat ze een groter deel van de hersenen van je toehoorders aanspreken dan de louter feitelijke, meetbare en analytische gegevens. Als je er dus met andere woorden in slaagt de hersenen van je publiek op verschillende niveaus te prikkelen, is de kans al veel groter dat je de aandacht langer bij je houdt.
Als we de verhouding tussen analytische informatie en verhalende elementen in Simon Sineks uiteenzetting zouden onderzoeken, dan komen we wellicht uit op 50/50. De verhalen zijn niet zomaar een detail. Storytelling is overvloedig aanwezig en vormt het bindmiddel dat ervoor zorgt dat de informatie eenvoudiger overkomt. Het is de spoonful of sugar that makes the medicine go down.
Geen Powerpoint
Opvallend in het hele optreden van Simon Sinek is dat er op geen enkel moment ook maar iets van visuele ondersteuning is. Geen Powerpoint, geen Prezi, geen filmpjes. Niets. Ik ben er ook van overtuigd dat niemand slides gemist heeft. We hebben de boodschap luid en duidelijk gekregen van de spreker, niet van het scherm.
Dit zijn maar enkele elementen die ervoor zorgen dat we sprekers als Simon Sinek zo graag aan het werk zien. Vele ervan vind je terug bij spreektalenten als Barack Obama, Steve Jobs, Amy Cuddy, en zovele anderen. Ik nodig je uit om ze zelf alvast uit te proberen wanneer je de volgende keer voor een groep gaat spreken.
Meer info: Inspirerend spreken voor publiek
Harald Van Beeck
De hele keynote speech van Simon Sinek vind je via deze link